Kort verhaal: De indringer

Heb ik zo’n hekel aan mezelf dat mijn liefste lust is in de huid van een ander te kruipen? Als kind had ik al die onbedwingbare neiging anderen te beloeren. Met seks heeft dat, geloof ik, niets te maken, want het begon al lang voordat ik enig seksueel benul kreeg. Plaatsvervangend leven, noem ik het maar. Van mijn eigen leven en van mijn eigen persoontje heb ik zo’n lage dunk dat ik liever het leven van anderen leid. Zoiets zal het wel zijn.

– Jij staat het liefst aan de kant, heeft Karin me eens voorgehouden.

Zolang we met elkaar omgingen, heeft ze geprobeerd me haar leven binnen te trekken. Dat ging een tijdje goed, maar zodra mijn leven te veel verweven dreigde te raken met het hare, kreeg ik het benauwd.

– Daar vlucht je weer terug naar je veilige afstand, verweet ze me dan.

Niet dat ik geen belangstelling had voor haar leven. Integendeel, ik volgde elke stap die ze zette met spanning. Elk succesje van haar voelde aan als een stukje eigen geluk en als ze verdriet had, kreeg ik van de weeromstuit vervangende krampen in mijn hartstreek. Maar ik kon alleen van haar houden als toeschouwer. Omdat zij een heel andere rol voor me in gedachten had, is ook deze relatie op niets uitgelopen.

Tegen die tijd was de seks natuurlijk al lang en breed op het toneel verschenen. Waarschijnlijk hebben we het daardoor nog zo lang met elkaar uitgehouden. Hoe scheef het ook was gelopen tussen ons, onze vrijpartijen brachten de zaak meestal weer in balans.

Zelfs als we vreeën ontleende ik mijn genot voornamelijk aan het hare. Ik kwam dan los van mezelf, liet me boven ons zweven en drong als het goed ging tegelijkertijd door tot in haar diepste vezels.

O die dubbele sensatie van gekreun binnenin haar te voelen opkomen en haar dan ook te hóren kreunen. Van haar van binnenuit te voelen kronkelen en haar tegelijkertijd van buitenaf daarbij gade te slaan. Te zien hoe als ze ging klaarkomen haar onderlijf begon te schokken op het ritme van het mijne. Hoe ze tenslotte haar bekken opstootte om me nog dieper in zich te voelen en met een paar gilletjes haar orgasme begeleidde. Hoe ze daarna ontspande, hoe haar ogen zich half openden en langzaamaan weer focus kregen. Ze kon dan spinnen van na-genot over wat zij had beleefd als volledig één-zijn.

– Missie geslaagd, zei haar blik. Ze had altijd al geweten dat het haar eens zou lukken mij definitief in te lijven in haar leven en liefde. Mijn blik versterkte haar dan in die opvatting. Ik was ook volledig aan mijn trekken gekomen. Vanaf mijn uitkijkpunt had ik haar voortdurend met bijna wetenschappelijke precisie waargenomen. Tot in de kleinste details, zoals het bewegen van een haartje op haar licht schuimende tummetje dat zich spande om mijn in en uit haar glippende lid.

Zelf kon ik pas klaarkomen nadat ik haar hoogtepunt had gevoeld èn gezien. De afstand tussen ons maakte mijn bevrediging totaal, terwijl de hare juist werd bepaald door het gevoel die afstand te hebben overbrugd. Zo zaten we dus waarachtig geregeld even op één lijn, zij het een wankele.

Het gevoel van opperste harmonie duurde nooit lang. Iedere keer trok ik me weer schielijk terug en zag zij haar missie opnieuw mislukken. Vasthoudend als ze was, legde ze zich daar niet bij neer en beraamde ze steeds andere plannen om me te binden. Dank zij haar zendingsdrang heeft het al met al ruim zes maanden geduurd voordat ze het onmogelijke van haar missie inzag en me de bons gaf.

***

Aan de affaire met Karin waren er al heel wat voorafgegaan. Korte, kortere en supervluchtige, maar allemaal met hetzelfde verloop en met dezelfde afloop. Na het Karin-debâcle hield ik het maar op one-night-stands als ik zo nodig moest.

Het oordeel van mijn vrienden was unaniem en beslist. Bindingsangst, luidde hun diagnose. Ik kon ze geen ongelijk geven, ook al schoot ik daar verder niets mee op.

Ik stortte me nog meer op mijn werk. Als je maar hard en lang genoeg werkt en als je bovendien beschikt over een flinke dosis hardheid – in mijn geval voortkomend uit gebrek aan gevoel en scrupules – dan maak je vanzelf pijlsnel carrière. Dat dwingt je weer om nog harder en langer te werken. Van mijn sociale leven was dan ook op een gegeven moment bar weinig meer overgebleven. De weekeinden werden grotendeels besteed aan de inhoud van de loodzware tassen die ik meezeulde. Doordeweeks werd het ’s avonds meestal zo laat dat ik niet verder kwam dan een halfuurtje afkicken achter het scherm van laptop of tv voordat de slaap zijn tol eiste.

Het duurde wéken voordat ik ertoe kwam de datingsites te bezoeken die een van mijn diagnosestellende vrienden me had aangeraden.

– Je vindt er allemaal wanhopige dames en omdat ze hun wanhoop via Internet etaleren loop je daar de grootste kans dat je op iemand stuit die sociaal net zo gehandicapt is als jij, redeneerde hij.

Zo betrad ik de wereld van de digitale partnermarkt. Niet zonder hindernissen trouwens. Bijna had ik de moed opgegeven, want even vrijblijvend kennis nemen van het “aanbod” is er niet bij. Hooguit krijg je een voorproefje, maar als je echt wilt zien wat voor vlees ze in de kuip hebben, moet je ook heel wat van jezelf prijs geven. Eerst laten ze je je registreren met gebruikersnaam en wachtwoord en dan wordt je hele doopceel opgevraagd via een formulier dat je verplicht moet invullen. Onvermijdelijk zet je jezelf te kijk op zo’n datingsite, omdat het idee is dat jíj eerst in de aanbieding moet voordat je mag gaan rondkijken wat er verder te koop is. Daarvoor moet je behoorlijk met de billen bloot – liefst ook met foto – en dat is nu juist het laatste wat in mijn kraam past.

Bij de eerste paar pogingen ben ik afgehaakt toen ik merkte dat ik niet kon volstaan met een vinger te geven, maar dat meteen m’n hele hand werd opgeëist. Intussen was ik toch wel erg nieuwsgierig geworden en ten slotte ben ik bij twee websites gezwicht. De deuren zwaaiden open en m’n zoektocht kon beginnen.

Ik betrapte me op een gevoel van gespannen gretigheid bij het intoetsen van de zoekwoorden, maar dat ging snel over toen de resultaten in beeld kwamen. Een deprimerende stoet van losers trok aan me voorbij. Vrouwen van vér over de uiterste houdbaarheidstermijn. Vrouwen, gebutst en gedeukt door mislukkingen in leven en liefde. Vrouwen met kinderen, katten of honden. Vrouwen die een zorgzaam “maatje” zochten om “samen te investeren in een duurzame relatie”.

Toch trokken al die levens me ook weer aan. Ademloos hopte ik van de ene CV naar de andere. Ik bekeek elke foto grondig en las geboeid de dingen die zo’n vrouw losliet over zichzelf …en over haar gedroomde partner. Dat laatste was nog het onthullendst. Al die vrouwen hadden niet duidelijker kunnen zijn over wat er ontbrak aan hun geluk. Hun wensenlijstje openbaarde pijnlijk hun grote gemis.

– Ik ben op zoek naar een huiselijke man om de avonden samen door te brengen met een goed gesprek bij de open haard en een glas wijn binnen handbereik.

– Mijn ideale man is een sportieve vriend met wie ik samen actief bezig kan zijn in onze vrije tijd.

– ….een jonge, energieke man die niet op een rimpeltje kijkt, maar juist wordt aangetrokken door rijpheid en levenservaring in een vrouw.

– ….een vader voor mijn twee lieve kinderen die behoefte hebben aan een man in huis.

– ….financieel onafhankelijk – leeftijd geen bezwaar – om samen van het leven te genieten.

– ….een gevoelsmens dat net als ik snakt naar een aai over de bol, een arm om je heen, een knuffel – naar intimiteit, maar zonder platte seks.

Niet een was erbij die gewoon zo nu en dan een lekkere wip wilde en verder geen gedoe. Heel lang kon geen enkele van al die treurige levens me boeien. Keus voor mij was er al helemaal niet bij. Veel te afstotend of veel te bedreigend.

Het enige nut van de hele exercitie was dat ik een helderder beeld kreeg van waar ik eigenlijk naar op zoek was. Ik wilde vooral iets vrijblijvends. Niks kameraadschap of het opbouwen van een hechte band. Niet zo’n claimend type dat haar onzekerheid op andermans schouders wil afwentelen. Ook niet zo’n type met nestdrang. Of, nog erger, met bekeringsdrift: zo’n vrouw die steeds weer valt op de verkeerde man, maar die er ook steeds weer heilig van overtuigd is dat daar met veel geduld en ijver een lieverd van te maken is.

Nee, ik wilde goeie seks en een vrouw met een bijzonder leven. Een vrouw bij wie ook na verloop van tijd nog wat te ontdekken valt. Van afstand, dat wel.

Zo’n vrouw was er voorlopig niet bij. Ook niet bij de reacties op mijn digitale doopceel die per mail begonnen binnen te komen. Af en toe leek er iets veelbelovend tussen te zitten. Maar als ik er dan op in ging kwam de zieligheid er vaak al na een korte mailwisseling bovenop te liggen.

***

Soms kwam het toch tot een afspraak. Ene Marleen nodigde me bij haar thuis uit voor een eerste kennismaking. Toen ze de deur voor me opende, schrok ik me een ongeluk. De foto die ze me per mail had gestuurd moet een jeugdportret zijn geweest van minstens twintig jaar geleden.

– Dit is niet helemaal de bedoeling, bracht ik uit.

– Kom je er niet even in?

– Nee, dit is kansloos. Ik zie zó al dat ik nooit op je kan vallen.

Ik draaide me schielijk om en vluchtte terug naar mijn auto.

***

Ineke was ook niet zo piep meer, maar ze zag er nog fantastisch uit. We ontmoetten elkaar tussen de middag en het klikte aardig. Ze had een boeiende baan bij een reisorganisatie en ze had zo’n beetje de hele wereld gezien. Ze kon leuk vertellen ook over het bizarre gedrag van mensen-op-reis en ze was graag aan het woord. Ik was allang blij dat ik zelf buiten schot bleef en ging graag in op haar voorstel elkaar gauw nog eens te zien.

Binnen een week zaten we samen een hapje te eten en ze had nog genoeg gespreksstof over voor een geslaagde avond. Ik boorde een laagje dieper in haar leven – waar ze heel open over vertelde – en wat ik allemaal hoorde wond me aangenaam op. Ik bood aan haar naar huis te brengen, maar daar ging ze niet op in.

Na ons tweede etentje wilde ze wel thuisgebracht worden, maar het afscheidsritueel beperkte zich tot een zoen bij het tuinhekje. Ze smaakte overigens heerlijk en naar meer. Intussen mailden en belden we geregeld en het duurde niet lang of ze nodigde me uit bij haar thuis. Koken was ook een hartstocht van haar en ze beloofde me iets bijzonders.

Nou, dat werd dubbel en dwars waargemaakt. Ik zat nog maar net met een welkomstwijntje voor me toen ze naar boven riep:

– Jongens, komen jullie even beneden?

Geslof en gestommel weerklonken en twee uitgesproken vijandig kijkende pubers werden binnengetroond.

– Dit is nou Oscar. Zeggen jullie even hallo?

En tegen mij:

– Dit zijn Floor en Bart-Jan.

– Hoi, Hoi, zei het tweetal dat me een hand gaf alsof ze met een terminaal geval van melaatsheid vandoen hadden.

– Hallo, haperde ik, en, me herstellend: Wat boffen jullie met zo’n leuke moeder!

Mijn opmerking viel dood op het kamerbrede tapijt. De twee mompelden wat onverstaanbaars en namen meteen weer de wijk naar boven. Ineke voelde mijn verbijstering.

– Ik had je misschien eerder moeten vertellen over mijn kinderen, maar ik dacht dat het beter was als je ze ontmoette. Niet zo’n goed idee, dus. Het zijn echt schatten, die twee. Maar ze hebben het gewoon erg moeilijk. De leeftijd werkt niet mee. En ze missen een vader, een man in huis.

Vergiste ik me, of keek ze me er werkelijk doordringend bij aan? Ik voelde paniek opkomen.

– Ik kan dit niet. Ik moet hiermee kappen, was nog mijn laatste tekst voordat ik er als een haas vandoor ging.

Ze heeft nog een tijdlang contact gezocht, maar haar mailtjes beantwoordde ik niet en haar telefoontjes kapte ik af.

– Dit loopt dood. ’t Is al doodgelopen wat mij betreft. Het woord vader hoeft maar te vallen of ik ben weg.

– Het ging zo goed tussen ons. Geef het een kans, Oscar. Je hoeft hier trouwens niet te komen als de kinderen er zijn. Om de week zijn ze het weekend bij hun vader en op andere dagen kunnen we elkaar bij jou thuis zien of ergens anders. En ik weet zeker dat Floor en Bart-Jan jou op den duur net zo aardig gaan vinden als ik.

– Ik wíl niet aardig gevonden worden. Zeker niet door die kinderen van je. Het is over, Ineke, zie dat nou in, verbrak ik de verbinding.

***

Ineke ging, Moniek kwam. Ze stuurde me een nieuwsgierigmakend mailtje.

– Beste Oscar, zoals je jezelf beschrijft, daar kan ik alle kanten mee uit. Ik krijg eerlijk gezegd niet zoveel hoogte van je, maar je profiel trok me meteen aan – misschien wel daardoor. De meeste mannen op de site zijn een stuk duidelijker over zichzelf en hun bedoelingen. Dat bespaart me dan een hoop moeite. Bij jouw beschrijving kreeg ik het gevoel dat je wel eens de moeite waard zou kunnen zijn.

Volgde een CV van zichzelf die er niet om loog. Ze was 35, dus de meegestuurde foto kon niet anders dan natuurgetrouw zijn. Geen schoonheid, maar ze zag er prima uit. Had heel wat relaties achter de rug en de laatste jaren had ze samengewoond met een vriend die pas weer uit haar leven was verdwenen. Kinderen waren er nooit gekomen, wilde ze ook absoluut niet. Kinderen had ze overdag genoeg om zich heen op het kinderdagverblijf waar ze als hoofdleidster werkte. Ze verdiende er niet gigantisch, maar voldoende voor het zelfstandige leven dat ze wilde leiden in een leuk oud optrekje in de binnenstad.

Over haar werk had ze enkele scherpe waarnemingen die ik erg grappig vond. Zo schreef ze een keer hoe ze een van haar leidsters in innige omhelzing met de vader van een van de kleuters had aangetroffen in de voorraadkast. En hoe ze het tweetal zó in de tang had genomen dat ze beiden weer op het rechte pad waren beland zonder dat er disciplinaire maatregelen hoefden te worden genomen.

Buiten het werk was ze actief in de plaatselijke afdeling van Groen Links en deed ze vrijwilligerswerk in een verpleeghuis. Sportief was ze ook. Ze roeide en ze maakte lange wandelingen. En ze hield van uitgaan. Met vrienden en vriendinnen naar theater of bioscoop, kletsen in de kroeg of dansen in de disco tot diep in de nacht, liefst op wereldachtige muziek.

Zo drong ik via mail stukje bij beetje in haar leven binnen zonder al te veel te onthullen over het mijne. Dat stootte haar niet af, maar leek haar eerder te prikkelen om door te gaan. Mijn voorstel om elkaar te ontmoeten accepteerde ze per omgaand.

Toen ik de trendy tent binnenkwam waar we hadden afgesproken, zat zij daar al. In het halfduister ontdekte ik haar direct en zij mij. Ze stond op en kwam spontaan op me af voor een hand en een paar vluchtige zoenen. Ze zag er jonger en mooier uit dan op haar foto. Twee gespierde en gebruinde benen kwamen onder een kort spijkerrokje vandaan. Daarboven droeg ze een strak geval dat spande om twee stevige borsten en waaronder een flinke reep van een strak buikje bloot kwam. Wat ik zag stond me bijzonder aan en ik stak dat niet onder stoelen of banken. Zij verklaarde zonder omhaal dat ik haar op het eerste gezicht ook niet tegenviel en we raakten nog voor de komst van de ober in een geanimeerd gesprek.

– Dit is mijn eerste internetdate, en ik vind het spannender dan ik had gedacht, zei ze. Ik zat me al even af te vragen wat ik zou moeten doen als er een totaal verkeerd type zou binnenkomen of iemand met een heel foute openingszin. En ik had net besloten dat gewoon te zeggen en dan meteen te vertrekken.

– Een prima besluit, neem dat maar aan van een doorgewinterde dater, gaf ik terug. Dat is les één van mijn schriftelijke cursus internetdating. De volgende lessen liggen ter inzage voor belangstellenden die blijk hebben gegeven van de vereiste mate van volwassenheid.

– Je maakt me nieuwsgieriger dan ik al was. Reken maar dat ik je vanavond aan de tand ga voelen over jou en je lessen.

– Mijn bijnaam is Open Oscar, huichelde ik. En om maar meteen een voorschotje te geven op les twee: wees altijd eerlijk of houd je mond. Vooral in het begin is het verleidelijk zaken mooier voor te stellen dan ze zijn. Als het blijkt te klikken, krijg je vroeger of later last van je leugens. Óf je loopt tegen de lamp, dus klapt je relatie. Óf je gaat tobben over de vraag of ze zonder je opgeklopte praatjes ook wel zo gek op je zou zijn.

– Begin dan meteen maar met jouw drie dingen te vertellen die je mooier zou voorstellen als je niet zo’n geweldig open type was.

– Oeps, gered door de gong, begroette ik opgelucht de ober die eindelijk de kaart kwam brengen en vond dat we nodig wat moesten drinken.

We bestelden een drankje, maakten onze keuze voor het eten en praatten wat over koetjes en kalfjes. Maar toen het eerste voedsel eenmaal voor ons stond, hield ze voet bij stuk.

– Kom nu maar op de proppen met je drie zwakste punten.

– Ik weet een veel interessanter onderwerp, probeerde ik nog. Ik wilde het net over jou gaan hebben.

– Te laat, zei ze. Ik was eerst.

– Je hebt groot gelijk, ik weer. Eigenlijk wel goed ook, dan hebben we het maar meteen gehad.

Ik aarzelde even en besloot bij uitzondering mijn eigen les twee te volgen.

– Mijn grootste zwakke punt is mijn dodelijke saaiheid. Mijn leven bestaat grotendeels uit werken en slapen. Ik heb een zware managementbaan, waar menigeen me om benijdt, met veel zogenaamde macht en een belachelijk hoog salaris. Maar als je het niet verder vertelt kan ik je verklappen dat het stempelwerk bij ons in de postkamer nog boeiender is dan wat ik doe. Ik steek er ook nog heel wat meer uren in. Dus veel tijd voor de leuke dingen van het leven hou ik niet over.

– Daar ben je dus al vrij ver mee, met dat punt. Het lijkt me alleen nog maar een kwestie van er wat aan doen! Heb je nog meer van die vermomde uitdagingen op je lijstje staan?

– Een goeie tweede is mijn gebrek aan gevoel. Ik kom heel verstandelijk en ook vaak heel hard over. Ergens diep van onderen moet ik wel gevoelens hebben, maar ik kan er niet bij. Wil dat eigenlijk ook niet, misschien uit angst dat ik dan de greep op mijn leven zal verliezen.

– Heb je nog weleens gehuild de laatste tijd?

– Nou nee. Of, wacht even, toch twee keer. Eén keer toen ik naast de kist stond van mijn dode vader. Dat is een jaar of acht geleden. En die andere keer was vorig jaar toen ik besefte dat mijn relatie met Karin – een vroegere vriendin – gedoemd was te mislukken.

– Dus toch gevoel, hè? Even doorbijten. Je bent me nog één minpuntje schuldig.

– Tja, d’r is nog zóveel. ‘t Wordt lastig kiezen. Laten we het maar houden op mijn voyeurisme. Niet dat ik elke avond kwijlend mijn blote buurvrouw zit te beloeren – hoewel ik daar niet vies van zou zijn. Nee, het is meer een dwangmatige interesse in het leven van anderen. Ik zit graag op een terrasje te kijken naar alle mensen aan de tafeltjes om me heen en naar alle voorbijgangers. Heimelijk bespied ik ze dan tot in de kleinste details en daaruit vorm ik me een beeld van hun levens en hun persoonlijkheden. Alles interesseert me daarbij. Hun gebaren, de manier waarop ze zich kleden, hoe ze praten, waarover ze het hebben, hun gesprekspartners en hoe ze met hen omgaan. Ik kan daar zo in opgaan dat ik het besef van mijn eigen bestaan helemaal kwijtraak – en daar geniet ik dan weer van. Op m’n werk heb ik dat ook. Eigenlijk is het enige dat me daar echt interesseert hoe al die mensen om me heen zich gedragen en zich door hun gedrag blootgeven. Hoe ze met elkaar omgaan en op elkaar reageren.

– Tjonge, dat is nogal wat! Even einde kruisverhoor wat mij betreft.

Ik had onbewust de beste strategie gekozen om het ijs te breken. Mijn openhartigheid had zoveel vertrouwen gewekt dat ik verder die avond buiten schot bleef, terwijl zij honderduit aan het vertellen sloeg. Een paar begripvolle aanmoedigingen van mijn kant tussen de bedrijven door waren voldoende om de gang er bij haar in te houden. Zo kwam ik in een paar uur een heleboel over haar aan de weet.

Ze was afkomstig uit Ootmarsum in Twenthe. Haar ouders, die allebei in het christelijk onderwijs werkten, hadden haar streng en degelijk opgevoed. Weinig pretjes en veel plichten, vatte ze haar jeugd samen. Na de middelbare school was ze in Utrecht gaan studeren. Ze woonde daar in bij een broer van haar moeder. Het scherpe contrast tussen het vrijgevochten wereldje op school en het bekrompen kostgezin leidde al gauw tot spanningen en op den duur tot slaande ruzie. Ze trok eerst bij een vriendin in en was zo gelukkig binnen twee maanden een eigen kamer te vinden.

Daarop volgde een stormachtige periode in haar leven. Ze genoot met volle teugen van de verworven vrijheid, stortte zich in alles wat lol, spanning en avontuur beloofde. Ze zoop en rookte en snoof. Ze feestte als een beest. Ze sleurde elke nacht een andere vent haar bed in. De twee grote verliezers waren haar studie sociologie en haar gezondheid. Net op tijd heeft ze zichzelf uit de goot weten te trekken. Weer min of meer braaf meisje geworden pakte ze een andere studie op met meer inkomensperspectief. Het werd de pedagogische academie, die ze zonder al te veel moeite volgens het boekje afwerkte.

Een paar schoolstages en een paar jaar verder ontdekte ze dat het onderwijs haar toch niet zo heel erg trok. Ze maakte haar studie toch netjes af, maar dan zó dat ze als groepsleidster in de kinderopvang terecht kon. Dat werk beviel haar zeer en ze bleek er ook geknipt voor.

Binnen drie jaar schopte ze het tot hoofdleidster van een groot kinderdagverblijf. Die baan vergde niet al te veel van haar tijd en talenten. Ruimte genoeg om met veel andere dingen bezig te zijn. Ogenschijnlijk had ze haar leven prima ingericht. Leuke baan, genoeg geld, genoeg vrije tijd gevuld met allerlei nuttige en leuke bezigheden, veel sociale contacten en een uitgebreide kennissenkring.

Ook met de seks zat het goed. Geregeld dook er een man op die haar een tijdje kon boeien en met wie ze de sterren van de hemel vree. Ze praatte vrij en gemakkelijk over seks en dat klonk me als muziek in de oren. Ik probeerde haar meteen na dat eerste etentje in bed te krijgen, maar ze maakte me duidelijk dat de grens wat haar betreft nog even lag bij een paar stevige zoenen en zo ongeveer bij haar knieën. Dat deed ze heel tactvol, zonder me af te schrikken en met de onuitgesproken belofte van later meer.

Onze verdere contacten verliepen al even plezierig. We praatten wat af over van alles en nog wat. Onze golflengten lagen ver genoeg uit elkaar en onze interesses dicht genoeg bij elkaar om pittige gesprekken op te leveren. Taboes leken er niet te zijn tussen ons. Met wat ze erover zei bleef ze het beeld bevestigen van een vrouw die geweldig kon genieten van seks, die weinig remmingen kende en die het niet gauw te wild zou vinden. Die signalen prikkelden me enorm, maar mijn herhaalde pogingen om in de buurt van haar slipje te komen, werden steeds beleefd, doch beslist afgehouden. Voorlopig werd ik daar niet echt door afgeschrikt, moet ik zeggen. Eerder was het zo dat ik haast ongemerkt steeds verder voor haar viel.

Alleen over haar laatste relatie liet ze weinig los. Ik kreeg te horen dat hij Henk heette, dat ze vier jaar met elkaar waren omgegaan, waarvan de laatste twee onder één dak. Als ik verder vroeg, verstrakte ze en werd ze onbereikbaar voor me totdat er een ander onderwerp werd aangesneden.

Intussen ging ik door met mijn lijfelijke toenaderingspogingen na elke avond die we etend, drinkend, bioscoopbezoekend of swingend doorbrachten. Op den duur kwamen we dan geregeld bij elkaar over de vloer en gingen onze knuffelpartijen wel steeds wat verder, maar altijd als het menens wilde worden kwam weer het moment dat ze zich afsloot en mijn verdere avances afweerde.

Na drie maanden was ik, gerekend vanaf de knie tot aan de begeerde inhoud van haar slipje, nog steeds niet veel verder gekomen dan halverwege. En ik was er nog niet een keer in geslaagd mijn tong tussen de haag van haar tanden te laten doordringen. Zo eindigden onze avonden voor mij steeds met een kater van jewelste. En als ik erover wilde praten, legde ze haar vinger op mijn mond en bezwoer ze dat ik nog wat geduld met haar moest hebben.

Weer alleen in mijn appartement verdween mijn katterigheid als sneeuw voor de zon. Het gekke was dat ze na elke flop begeerlijker voor me werd dan ooit. Juist de moeilijke neembaarheid van haar laatste barrière verhoogde mijn strijd- en andere lust.

Afgezien van de seks klikte het steeds beter tussen ons. We deden leuke dingen samen en we drongen ook steeds verder door in elkaars vrienden- en kennissenkring. Ik ging daar verder in dan ik ooit van mezelf had verwacht. Draafde met haar op bij feestjes waar we als stel werden herkend en erkend. Zelfs toen ik al een beetje opgenomen dreigde te worden in haar familie bleef het gebruikelijke panische vluchtgedrag achterwege. Ik schreef dat toe aan de spanning die er ondanks alle vertrouwdheid tussen ons bleef hangen. We wisten van elkaar dat er wederzijds nog duistere kanten te ontdekken waren en we wisten ook dat we die niet zo gemakkelijk prijs zouden geven.

Haar geheim prikkelde me in elk geval mateloos. Als het even kon probeerde ik er een stukje van te ontraadselen. Als we het hadden over waar we onze vriendjes en vriendinnetjes hadden opgeduikeld, vroeg ik terloops ook waar en hoe ze Henk had ontmoet.

– Och, zomaar in de stad, antwoordde ze ontwijkend.

– Hoe ging dat dan?, hield ik vol.

– Ik kende hem nog van vroeger; en ineens liep ik hem weer tegen het lijf. Gewoon ergens op straat.

– Waar kende je hem dan van?

– Nou, niks bijzonders. Hij werkte indertijd in Utrecht op de basisschool waar ik stage liep.

– Hadden jullie toen al iets?

– Nee. Ik vond ‘m wel aardig, maar hij was veel te oud en bovendien getrouwd.

– Dus je was toen al verliefd op ‘m?

– Nee, dat heb ik toch niet gezegd? Trouwens, wat maakt ’t uit. ’t Is allemaal over en voorbij.

Wat ik ook probeerde, meer kreeg ik niet uit ‘r.

Bij een andere gelegenheid kwam ons gesprek op afgebroken relaties. We wisselden lacherig wat ervaringen uit, maar het werd algauw wat serieuzer en vertrouwelijker. Ik besloot mezelf niet te sparen.

– Ik heb er eens een eind aan gemaakt met een bijzonder laaghartig briefje. Zo van: “Ik merk de laatste tijd aan je dat je je ongemakkelijk voelt in onze relatie, dus ik denk dat het ’t beste voor jou is als we elkaar niet meer zien”. Ik was nog te laf om haar in d’r gezicht te zeggen dat ik er een eind aan wilde maken omdat ze me in haar armen dreigde te verstikken.

– Lullig hè, zo’n briefje. Ik heb dat ook één keer geflikt. Ik was toen met ’n vent in bed beland na een nacht stappen. Daar bleef het niet bij. We hebben wel vijf nachten achtereen vrijend doorgehaald. Het was zalig, en erg heftig allemaal. Verslavend ook en het vrat zoveel energie dat het werk en de rest van mijn leven-overdag er zwaar onder begonnen te lijden. Ik merkte ook dat hij zich steeds meer aan me ging vastklampen. Nu of nooit, dacht ik. Ik heb toen ’s ochtends een briefje op z’n nachtkastje achtergelaten met wat schampere opmerkingen over zijn prestaties in bed en ben toen uit zijn huis en uit zijn leven weggeslopen.

Ik werd nog wat vertrouwelijker over mijn breuk met Karin en zag toen mijn kans schoon haar behoedzaam door te vragen naar het einde van haar relatie met Henk. Ze klapte meteen dicht.

– Dat is veel te vers. Echt, ik kan daar nog niet over praten, Oscar, bracht ze uit.

– Je kunt mij vertrouwen. Misschien is het goed als je er wel eens over praat, probeerde ik nog.

– Zo ver ben ik nog niet. Dat heeft echt meer tijd nodig, kapte ze af. Je moet nog wat geduld met me hebben.

Uitgerekend die nacht was ’t gedaan met m’n geduld. We waren nog uitgebreid wezen stappen en ik had meer ingenomen dan goed voor me was. Ik bracht haar thuis, liep mee naar boven, plofte neer op haar bank en trok haar naar me toe. Ze spartelde en giechelde toen ze over me heen viel. Ik draaide me om tot ik boven haar kwam te liggen en werkte met mijn knieën haar benen uit elkaar terwijl mijn ene hand achter haar nek schoof en mijn andere onder haar bloesje kroop. Ik wipte haar bh op, gleed er met m’n hand onder en omvatte een van haar borsten.

Ze gaf mee en drukte zich kreunend dichter tegen me aan terwijl ze haar armen om me heen sloeg. Ik liet mijn hand nog een tijdje over haar borsten dwalen, daalde toen af naar beneden, rukte de sluiting van haar rok open en gleed over haar buik verder omlaag tot aan de rand van haar slipje.

Ik voelde haar onder me verstijven. Haar knieën trachtten zich te sluiten, maar ik forceerde ze verder uiteen terwijl ik mijn hand liet afdalen in haar beharing totdat ik haar tum helemaal omvatte. Ze uitte nu een kreet die gesmoord werd door mijn vol op de hare geplante lippen. Ze wrikte haar hoofd heen en weer, maar ik opende nu haar spleet en wrong met kracht een vinger in haar opening. Het voelde glad en vochtig daarbeneden, maar ik voelde zelfs daar de spanning die nu haar hele lijf in bezit nam. Ik was nu door het dolle heen, rukte met mijn andere hand haar slipje omlaag, terwijl ik haar met m’n bovenlijf in bedwang hield, ritste mijn broek open en bracht mijn pik in stelling.

Maar zodra ik mijn vinger uit haar opening had gehaald, sloot die zich zó hermetisch dat ik ‘m niet naar binnen kreeg. Ik stootte ruwer en ruwer, en liet mijn hand te hulp snellen om een ingang te forceren. Wat ik ook probeerde, ik kreeg ‘m er met geen mogelijkheid in. Door alle gewroet verslapte mijn greep, waardoor ze zich onder me vandaan kon worstelen. Ze gleed naast de bank op de grond, werkte zich overeind en gaf me een klinkende klap op m’n hoofd. Gillend als een bezetene sloeg en schopte ze me waar ze me raken kon. Ik weerde af en probeerde haar opnieuw klemvast te krijgen, maar ze ontwikkelde een kracht waar ik geen vat meer op kreeg. Haar klappen brachten me in zoverre weer een beetje bij mijn positieven dat ik haar losliet, me op de bank liet terugvallen en m’n armen ophief als dekking tegen de regen van slagen die ze nog steeds op me liet neerdalen. Nu volslagen ontnuchterd, mompelde ik iets afwerends terwijl ik opstond om me uit de voeten te maken.

We hebben nog geprobeerd de draad weer op te pakken. Onze pogingen hadden iets onnatuurlijk krampachtigs en het enige vooruitzicht dat zij me kon bieden was:

– Het kan alleen wat worden tussen ons als je veel geduld met me hebt en als je niet te veel vragen stelt.

– Alleen maar lief voor je zijn en verder afwachten of er ooit wat meer kruimels van je bordje vallen voor mij? Dat gaat mij niet lukken.

Zo verdween ook Moniek uit mijn leven. Ik was er niet in geslaagd tot haar door te dringen. Waar ik het meest naar snakte in haar lijf en in haar leven had ze voor me gesloten gehouden. Vrouwen – ik zou ze nooit begrijpen en ik had er voorlopig helemaal mijn bekomst van.

***

Ik stortte me nog meer op mijn werk en werd ongevraagd naar een topbaan gepromoveerd waarvoor al mijn collega’s vergeefs het vuur uit hun sloffen hadden gelopen. Het geld kwam nu echt in scheppen binnen, maar tijd om het uit te geven had ik helemaal niet meer. Thuis leefde ik als een kluizenaar en een tijdlang beviel me dat eigenlijk best.

Mijn nieuwe baan leverde genoeg spanning en sensatie. Ik had vooral vrouwen om me heen en elke dag weer verbaasde ik me erover hoe gemakkelijk ze met hun persoonlijke wel en wee bij me aanklopten. En over de ellende van deze late twintigers en vroege dertigers in hun privé-leven. Problemen in hun relaties, met de kinderen of juist bij gebrek aan kinderen, met de familie, met de financiën en met de stress van al hun ambities en verplichtingen.

Ik hoefde niet eens door te vragen. Alle kleine en grote persoonlijke drama’s kreeg ik op een presenteerblaadje aangeboden. Met vochtige ogen keken ze naar me op als naar een hoger wezen van wie ze hun verlossing verwachtten. Zonder er ook maar iets voor te hoeven doen krijg je zomaar overwicht, ja zelfs macht over anderen, alleen maar omdat je in een bepaalde positie bent gerold. Ik stond er maar niet te lang bij stil. Ik leende iedereen een schouder om op te leunen of te janken en ik probeerde hier en daar wat goedbedoelde adviezen in te steken.

Schandelijk genoeg genoot ik wel van al die geschiedenissen. Nieuwe werelden gingen voor me open. Maar ook nieuwe werelden worden oud als ze lang genoeg voor je open gaan. Op den duur werden al die trieste vertrouwelijkheden voorspelbaar en konden ze me niet meer zo boeien. Steeds vaker kwam ik weer thuis met een leeg en onbevredigd gevoel.

In een hoek van mijn werkkamer stond nog ongeopend een zware tas met alle elektronische speeltjes die mij bij mijn aantreden in de nieuwe functie was overhandigd. Ik kwam er nu pas toe de inhoud te bekijken. Die bestond uit een mobieltje met Internet en e-mailfuncties, een elektronische agenda en een schootcomputer met alle denkbare toeters en bellen. Eén van onze IT-mensen liet ik de hele zaak aansluiten. Hij richtte een compleet netwerk in bij me thuis waar alles aan werd vastgeknoopt van telefoon tot geluidsinstallatie en tv. Met mijn nieuwe laptop kon ik nu vanaf elke plek draadloos inloggen op mijn thuisnetwerk en op het Internet.

Ik stelde weer mijn vaste halfuurtje aan het beeldscherm in, ’s avonds voordat ik naar bed ging. Nieuw voor mij was de lijst van draadloze netwerken in de woonomgeving die telkens op mijn scherm verscheen. Er waren beveiligde en onbeveiligde bij en op die laatste kon ik eenvoudigweg met een muisklik inloggen. Het idee dat ik op die manier zomaar bij mijn buren was binnengedrongen wond me mateloos op. Maar de opwinding ebde net zo snel weer weg, toen ik merkte dat ik steeds niet verder kwam dan de melding dat ik verbinding had met zo’n netwerk. Verder gebeurde er niets.

De bleke jongen met de puistenkop van onze IT-afdeling ging maar al te gretig in op mijn terloopse vragen.

– Ja, de meeste mensen internetten thuis met een draadloos modem zonder dat ze die verbinding hebben beveiligd. Als je binnen het bereik van zo’n modem zit, kun je ongehinderd inloggen op dat netwerk. Je zou dan ook vrij gemakkelijk andermans computer kunnen binnendringen.

– O ja, hoe zou je dat dan moeten doen? Vroeg ik langs m’n neus weg.

– Nou, je moet dan wel het IP-adres van die computer kennen.

– Daar kom je natuurlijk niet zo makkelijk achter.

– O jawel hoor. Da’s een kwestie van een paar keer pingen en dan ben je erin.

– Dat ‘t zo eenvoudig is. Wat is pingen precies en hoe doe je dat? Kan dat met elke computer?

– Niet zomaar, nee. Daar heb je een speciaal stukje software voor nodig. Dat programmaatje verstuurt een signaal en lokt een antwoord uit van een andere computer. En na paar keer pingen heb je het adres van die andere computer wel te pakken.

Hij genoot van mijn belangstelling en ging alles uitvoerig demonstreren vanaf zijn eigen computer. Ik zorgde op de juiste momenten voor bewonderende geluiden en nam ten slotte afscheid met een kopie van de software en een paar gekrabbelde aantekeningen over hoe het te installeren en te gebruiken.

Die avond bleven mijn tassen met huiswerk ongeopend. Ik propte haastig een magnetronmaaltijd naar binnen en nestelde me achter m’n computer. Het was inderdaad allemaal zó gepiept. Binnen een halfuur was ik binnen bij een naburige computer. Nog wat onwennig verkende ik de harde schijf van een volslagen vreemde, die algauw niet zo vreemd meer was. Zijn documenten vertelden me genoeg om hem te kunnen plaatsen als een keurige burgerman die zijn zaakjes allemaal goed had geordend. Spectaculair was het niet wat ik te lezen kreeg, maar de spanning van mijn eerste computerinbraak maakte veel goed. Ik liet het er even bij die eerste avond.

De volgende dag werd het laat door een etentje van ons management team. Ondanks het nachtelijke uur van mijn thuiskomst, zette ik me achter mijn computer. Bij het derde netwerk dat ik kraakte, was het raak. Ik voelde zweet prikken onder mijn nekharen en mijn handen trilden toen ik de computer binnendrong van een buurvrouw, die Els Sevenster bleek te heten. Haar documenten waren netjes geordend in mappen, zowel zakelijke als persoonlijke. Ze had ook een grote hoeveelheid foto’s opgeslagen en de nodige bestanden met haar favoriete muziek.

Ik liet mijn muiswijzer glijden over de lijst met persoonlijke mappen en opende er een met de naam “Sollicitaties”. Meteen beet, want behalve sollicitatiebrieven stond daar ook een cv.doc in. Dubbelklik en daar kwam inderdaad haar CV te voorschijn.

Een bezig vrouwtje dus, met een brandende ambitie, want ik zag dat ze alweer aan het solliciteren was bij een van Nederlands bekendste advocatenkantoren. Daar deed ze een gooi naar een baan als senior advocaat van de bedrijfsjuridische poot. Ze gaf aan bereid te zijn hard en lang te werken, de zwaarste dossiers niet uit de weg te gaan, maar ze wilde wel uitzicht op een toekomstig partnerschap in het kantoor. Ze schreef dat ze in haar huidige baan de lastigste zaken toegeschoven kreeg, werkweken van minimaal tachtig uur maakte, maar dat ze zich niet bijpassend gewaardeerd en beloond voelde.

De weken die volgden zat ik bijna elke nacht achter mijn computer in het leven van Els te wroeten. Rillend van koortsig genot groef ik me laag na laag dieper in haar bestaan. Ik las haar brieven aan cliënten, familie, kennissen en vriendjes. Ik spitte in haar geldzaken, stuitte op de briefwisseling met haar boekhouder en opende haar belastingaangifte. Ik las de offertes van aannemers en schilders voor een verbouwing en volgde die aan de hand van rekeningen, klachtenbrieven en opleveringspapieren.

Alles over haar scheiding kreeg ik te lezen in de uitvoerige correspondentie met haar advocaat en met haar ex. Die laatste had haar behoorlijk uitgekleed. Zonder eigen middelen van bestaan had hij recht op een flinke alimentatie. Ze betaalde hem nu al bijna vijf jaar lang 1500 euro per maand. Geen wonder dat ze het carrièrepad op was gegaan. Ik vond ook het echtscheidingsconvenant.

Omdat ze van alles en nog wat lijstjes aanlegde en haar agenda nauwkeurig bijhield op haar computer was haar dagelijkse leven een open boek voor me. Ik wist waar en wanneer ze ontmoetingen had met wie. Ik kende haar gezondheidstoestand door en door via haar afspraken met gynaecoloog, huisarts, tandarts, fysiotherapeut en psycholoog. Ze was aan de pil, liet jaarlijks een uitstrijkje maken, kreeg af en toe een migraineaanval, had wat RSI-achtige klachten in haar rechterarm en was met een psych in gesprek over stresshantering.

Ik zag dat ze twee keer per week naar de sportschool ging voor aerobics en spinning en een avond in de week naar salsales. Ik beluisterde haar favoriete muziek: salsa dus – en nog meer Latijns-Amerikaans, maar merkwaardig genoeg ook heavy metal en Mozart.

Ik bladerde door haar digitale fotoalbums. Veel vakantiekiekjes uit allerlei zonnige oorden. Opgewekte beelden met vriendinnen en vrienden. Els zelf zag er prachtig uit. Lang, slank en gespierd. Een ovaal gezicht, hoog voorhoofd, licht schuinstaande grijsblauwe ogen, een flinke, mooi gevormde neus, volle lippen en een fraai stel tanden. Haar halflange haar was blond, maar dat was weleens anders geweest.

Aan de verpakking van al dat fraais spendeerde ze een vermogen. Haar kledingkasten moesten uitpuilen. Op foto’s van salsaparties en personeelsfeestjes doste ze zich exotisch en veelkleurig uit. Op recepties en andere officiële gelegenheden onberispelijk, maar altijd ook erg sexy, of ze nu lang, halflang of kort gerokt was. Op reis naar verre oorden hulde ze zich in praktische broeken, shirts en jacks. Die beelden, van Els met rugzak, zonder enige opmaak of opsmuk, lieten plezierige rillingen langs mijn ruggengraat omlaag lopen. Nog plezieriger haast dan de talloze foto’s van zononovergoten dorpjes, terrasjes en stranden met Els in diverse stadia van blootheid. De bovenstukjes van haar bikini’s leden onder ernstige verwaarlozing, waar niemand rouwig om kon zijn. Want haar tieten waren precies groot genoeg met nèt dat béétje laagstand dat de borsten van vrouwen van die leeftijd op hun allermooist doet zijn.

Mijn hart sloeg een paar maal over toen ik een map opende met foto’s waarop ze helemaal bloot poseerde. Met trillende muis klikte ik de serie langs. Els onder de douche, in bad, druipend op de badkamermat. Els strippend in de slaapkamer; een serie die eindigde met verleidelijke poses op het bed. Zwetend zoomde ik in op haar blote lijf, langs haar borsten omlaag, via haar amandelvormige navel nog lager langs haar strakke buik naar een klein plukje krulhaar dat door het scheermes was gespaard. Tussen haar geopende benen naar de kaalgeschoren paarsblauwe lippen van haar tum die zich heel licht openden zodat het kopje van haar mutsje net even naar buiten kon piepen.

Mijn pik had zich kloppend opgericht; ik haalde ‘m te voorschijn en ik greep ‘m vast om met enkele woeste rukken de brand in m‘n kruis te blussen. Hortend stortte ik m’n zaad en nahijgend, maar weer enigszins bij mijn positieven besefte ik dat ik het flink te pakken had van deze vrouw.

***

Daar was dat hardnekkige akkefietje op mijn afdeling. De prestaties van een van de teams bleven zwaar onder de maat en ik kreeg er maar geen vinger achter. Iemand van buiten moest zijn tanden er maar eens in zetten. Ik huurde een consultant in om het vuile werk op te knappen. We spraken de zaak een paar keer door voordat ik zuchtend mijn handtekening zette onder de deal die een flinke hap uit mijn budget betekende. Als het goed uitpakte kwam dat geld weer dik terug en kon ik straks beter draaien met een paar dwarskijkers minder. Als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat de persoon van de consultant me ook niet helemaal onverschillig liet. Ze was een lekker ding, die Kiki, met fluwelen ogen die je altijd wat vragend leken aan te kijken.

Kiki ging voortvarend aan de slag. Ze begon met Jan en alleman het hemd van het lijf te vragen. Daarna liet ze hier en daar wat proefballonnetjes op en het resultaat was dat iedereen binnen de kortste keren op z’n achterste benen stond. Het regende klachten over haar onbegrip en haar onhandigheid, maar ik hield haar dapper de hand boven het hoofd. Tegen die tijd had ik haar trouwens al een paar flinke beurten gegeven waardoor onze maandelijkse evaluaties niet helemaal objectief uitvielen. Ik had daar natuurlijk nooit aan moeten beginnen, maar ik kon gewoon geen weerstand bieden aan die smekende ogen en die steeds nadrukkelijker aanraking van haar borsten. Ze was er ook wel heel erg aan toe en ze pakte me steeds driester en wilder waar het maar even kon. Op mijn kamer, als de anderen hun hielen hadden gelicht, dook ze meteen onder mijn bureau, ritste mijn broek open en hapte naar mijn pik alsof daar haar levenssappen vandaan moesten komen.

Het duurde al met al wat langer dan normaal voordat ik besefte met een uitgesproken lichtgewicht van doen te hebben. Ze had al voor 25.000 euro aan declaraties ingediend en ze stond op het punt een eindafrekening voor nog eens zo’n bedrag in te dienen toen ik m’n handen van haar af trok en mijn broek voor haar dicht hield. Rijkelijk laat liet ik haar schriftelijk weten niet onder de indruk te zijn van haar prestaties tot dan toe en ik herinnerde haar aan de nog allerminst gehonoreerde afspraken die we bij het begin van onze samenwerking hadden gemaakt. Onze contacten verliepen intussen ronduit stroef en hielden helemaal op toen ze een en al gekwetstheid zonder commentaar haar eindrapport op mijn bureau dumpte. Daar stond niets in dat ik niet zelf al had kunnen verzinnen – het meeste was trouwens al lang verzonnen.

Haar slotfactuur voor de geleverde wanprestatie weigerde ik te betalen, maar haar bureau legde zich daar niet bij neer. Er volgde een aanmaning met procesdreiging als stok achter de deur. Onze huisadvocaat wilde zijn handen er niet aan branden. De afspraken waren om te beginnen al niet hard genoeg geweest, vond hij. En tijdens de rit was er onvoldoende in gebreke gesteld en bijgestuurd. Het eindrapport voldeed strikt formeel aan de afspraken. Zaak kansloos, dus er zat niets anders op dan te betalen.

Mijn baas was woedend.

– Je hebt grote heibel in je tent en je bent een halve ton lichter. Je ziet maar hoe je deze tegenvaller binnen je eigen budget opvangt.

– Ik ga nog helemaal niet uit van een tegenvaller, zei ik met geveinsde overtuiging.

– Hoe ga je dit zaakje dan oplossen?

– Die advocaat van ons die deugt niet. Ik heb net een echte advocaat leren kennen die dit varkentje wel kan wassen.

– Je weet dat je niet om onze huisadvocaat heen kunt.

– Geef me voor één keer groen licht en ik garandeer je dat alles op z’n pootjes terecht komt, zette ik mezelf muurvast.

***

– Goedemiddag, Brunswick en Partners, advocaten.

– Goedemiddag, mevrouw, met Bosschardt van Fakta BV. Mag ik mevrouw Sevenster van u?

– Een ogenblikje, ik verbind u door met haar secretaresse.

Vijf minuten later had ik een afspraak met Els. Zo gemakkelijk was dat.

En diezelfde avond stond de afspraak ook al in de agenda op haar computer. Zo grondig ging dat.

***

Aan haar kamer te zien had ze het al aardig ver geschopt bij Brunswick en Partners. Het was een ruim, met donker eiken betimmerd vertrek aan de tuinzijde op de tweede etage van een statig pand in de Haagse Archipelbuurt. Haar bureau stond bij het raam en tegenover de natuurstenen schoorsteenmantel was een geriefelijk zitje opgesteld, waar we neerstreken. Els had een strak fuchsiakleurig rokje aan dat ik nog niet van haar kende. Daarboven een appeltjesgroene brocaten blouse waarin ik haar al eens eerder had gezien. Daaronder haar benen, gespierd en gebruind, zoals ik ze me maar al te goed herinnerde. Haar voeten staken in hooggehakte espadrilles in de kleur van haar blouse en haar teennagels waren gelakt in de fuchsiakleur van haar rokje.

Ik voelde eerder verwarring dan triomf nu ze lijfelijk tegenover me zat. Ik was nerveus als een schooljongen bij zijn allereerste afspraakje. Tegelijkertijd voelde het natuurlijk heel vertrouwd bij deze vrouw die maar weinig geheimen meer voor me had. Ik moest me dwingen tot de formele toon van een gesprek als dit.

Ze kwam snel ter zake en vroeg wat ze voor me kon doen. Ik legde mijn probleem uit, waarop ze een serie vragen op me afvuurde die direct alle zenuwen blootlegden van mijn krakkemikkige zaak. Ik probeerde alles zo mooi mogelijk voor te stellen, maar daar keek ze dwars doorheen.

– Dat ziet er niet al te best uit, maar daarmee vertel ik u natuurlijk geen nieuws. Helemaal kansloos lijkt ’t me ook niet. Ze hebben ongetwijfeld prutswerk geleverd en u hebt ze daarover in elk geval tot tweemaal toe schriftelijk in gebreke gesteld. Wel laat, maar alla. Ook goed dat u de laatste rekening nog niet hebt betaald, want het is altijd lastiger geld uit andermans klauwen te krijgen dan te zorgen dat je het in je knip houdt. Jammer dat u ze niet beter achter de vodden hebt gezeten en ook niet eerder de geldkraan hebt dichtgedraaid.

– Achteraf vind ik dat natuurlijk ook. Maar ja, je hebt vertrouwen in zo’n club en je laat ze dan gauw te lang hun gang gaan. Bovendien, u kent ‘t: drukdruk.

– Ik wil graag alle stukken van u hebben, inclusief hun eindrapport en met een uitvoerige notitie van uw hand over wat daar allemaal niet in deugt in het licht van de gemaakte afspraken. Als u mij die deze week laat bezorgen, kan ik u eind volgende week laten weten of ik er een gat in zie.

We maakten meteen een afspraak voor een volgende ontmoeting. Opnieuw op haar kantoor, want mijn uitnodiging voor een lunch sloeg ze beslist af. Ook deze afspraak stond dezelfde avond al in haar digitale agenda.

Een kleine twee weken later zaten we dus weer bij elkaar in haar zonnige kamer. Els had kennelijk die dag nog wat officieels te doen, want ze had een donkerblauw pakje aan met een krijtstreepje. Onder het jasje droeg ze iets smetteloos wits dat zoveel bloots liet zien als nog maar net kon. Haar rok was wat korter dan de code voorschreef. Haar benen staken in ragdunne bronskleurige pantykousen. De algehele indruk was verpletterend vrouwelijk en sexy.

Toen we eenmaal zaten en van koffie waren voorziet liet ze er geen gras over groeien.

– Ik heb uw dossier bekeken en ik moet u zeggen dat er strikt juridisch weinig eer aan is te behalen. Maar ik zie toch wel mogelijkheden, al zult u er waarschijnlijk nooit helemaal zonder kleerscheuren van af komen.

– Ik hoopte al dat u zoiets zou zeggen. Hoe had u het willen aanpakken?

– Om te beginnen wilde ik erop gokken dat ze het niet willen laten aankomen op een ernstig conflict met zo’n groot en gerenommeerd bedrijf. Ze willen u liefst als mogelijke klant houden en ze weten natuurlijk dat een openlijk geschil met een bedrijf als Fakta hun in de branche bepaald geen goed doet. Mijn basisidee is het ze lastig te maken juist door de deur weer voor ze open te zetten.

– Dat laatste begrijp ik niet..

– Tot nu toe heeft u ze in wel gebreke gesteld, maar ze niet de kans gegeven om beter werk te leveren. ’t Is een beetje een gok, hoor, maar stel nu eens dat we ze laten weten dat we ze graag de gelegenheid geven de opdracht wèl tot een goed einde te brengen. We geven daarbij precies aan op welke punten we verbeteringen van ze verwachten. Er is een kans dat ze daarop in gaan; daar zou u niet blij van worden, want dan moet u er weer een heleboel energie in steken om ze alsnog overtuigend te laten struikelen. Maar mijn gok is dat ze afhaken en kiezen voor een minnelijke schikking. Als we het slim spelen kunt u in elk geval die 25.000 euro in uw zak houden. Dat gaat alleen lukken als we tegelijkertijd flink wat stampei maken. Dreigen met een proces wegens wanprestatie. Desnoods al een zittingsdatum aanvragen en ze glashard dagvaarden. Bluf natuurlijk, maar het zet druk op de ketel.

– Dus wat u voorstelt is een gok die me in het gunstigste geval een kwart ton kost?

– We gaan natuurlijk voor het volle pond, maar ik zou al heel tevreden zijn als we het halve binnenhalen.

– Ik wil daar nog even goed over nadenken, zei ik voorzichtig. Mag ik uw voorstel nog even op schrift hebben en wilt u er dan ook een kostenraming aan hangen?

– Vanzelfsprekend. Gaat vandaag nog de deur uit. Ik wil u er wel op wijzen dat er grote haast bij is. Ze zijn al aan het incasseren, dus ik verwacht binnenkort een verzoek tot een gerechtelijk betalingsbevel. Willen we een kans maken, dan moeten we daar direct tegen in verweer gaan en liefst ook meteen een tegenvordering indienen voor de schade die ze door hun wanprestatie hebben veroorzaakt.

– Als ik uw brief binnen heb, krijgt u per omgaande een reactie van me. Wat mij betreft maken we nu vast een vervolgafspraak. We kunnen dan het hele plan uitwerken en afspreken hoe we contact houden over de uitvoering, opperde ik hoopvol.

Ze hapte ditmaal wel op mijn voorstel voor een gezamenlijke lunch. Ik vond haar sowieso een stuk toeschietelijker dan bij de eerste ontmoeting. Kennelijk had Brunswick en Partners wel trek in een grote nieuwe klant met de status van Fakta. Ze stak me een koele hand toe en ik vrees dat ik die wat langer in de mijne hield dan het protocol voorschreef.

Natuurlijk had ik al lang besloten met haar in zee te gaan, maar ik had bedacht dat het in alle opzichten beter was als ik haar nog even liet bungelen.

De volgende maandag zat er al een gedegen brief van haar tussen mijn post. Aan mijn retourbriefje besteedde ik veel zorg, ook al was het dan eigenlijk een formaliteit. Ik verklaarde me akkoord met haar voorstel en met het gepeperde bedrag dat ze voor haar diensten in rekening dacht te brengen. Naar waarheid meldde ik uit te zien naar een vruchtbare samenwerking en ik gaf haar onze ontmoetingsplaats door: een sfeervol restaurant met veel privacy op loopafstand van haar kantoor.

De tafeltjes waren schaars bezet met zakenmensen die te oordelen aan hun figuur dit soort gelegenheden beter een paar jaar konden mijden. Els was er nog niet toen ik binnenkwam. Ons tafeltje stond in de verste hoek en ik besloot dat een watertje het beste paste bij de beoogde sportieve uitstraling. Mijn hele outfit was daar ook op afgestemd. Ik had er die ochtend zeker een uur voor uitgetrokken om er op m’n voordeligst uit te zien. Op mijn spiegel maakte ik alvast een verpletterende indruk. Nu Els nog.

De deur knarste en een tiental dikke zakennekken draaiden zich als op commando naar de entree van het restaurant. Toen pas verscheen Els zelf in mijn blikveld. Ze zag me zitten en liep zelfverzekerd langs de haag van meedraaiende zakennekken op me af. Ik veerde op, begroette haar hartelijk en waagde een waarderende opmerking over haar fantastische uiterlijk, terwijl de nekken rood aanliepen van jaloezie. Ze nam mijn compliment voor kennisgeving aan.

Ik had een openingsgesprek gerepeteerd bedoeld om haar interesse te wekken voor mijn persoon en om gezamenlijke interesses te ontdekken, waarbij ik gewetenloos inspeelde op alles waarvan ik wist dat het haar belangstelling zou wekken. Dat pakte niet verkeerd uit. Het ijs tussen ons brak niet alleen; het begon al behoorlijk te smelten. Binnen de kortste keren waren we zo ver dat we elkaar bij de voornaam gingen noemen.

Toen het eten op tafel verscheen werden we het over de zakelijke kant gauw eens. Ze stippelde een plan uit met alle acties die ze achtereenvolgens wilde gaan inzetten en we spraken af welke rol we beiden daarin zouden spelen. We wisselden telefoonnummers en e-mailadressen uit – ook privé – en beloofden elkaar steeds direct van elke nieuwe ontwikkeling op de hoogte te brengen. We zouden elkaar voorlopig tweewekelijks persoonlijk ontmoeten zolang de zaak daarom vroeg.

***

Nog steeds drong ik bijna elke avond haar computer binnen. Zocht naar nieuwe documenten, beelden of andere bestanden. Controleerde haar agenda, die altijd weken tevoren barstensvol was gepland. De nieuwe afspraken die ik de laatste tijd met haar had gemaakt, waren steeds ten koste gegaan van andere verplichtingen die dan werden doorgeschoven.

Ook privé leidde ze een druk bestaan, een mix van nuttig en aangenaam. Geregeld doken in de weekeinden en de avonduren de namen op van telkens nieuwe mannen in haar leven. Die ontmoette ze een tijdje vrij intensief, om ze vroeger of uit beeld te laten verdwijnen. De meesten werden al na een paar weken vervangen. Langer dan een paar maanden hield niemand het uit. Tot een vaste relatie was het in de periode die ik kon overzien nooit gekomen. Als ze daar al naar op zoek was, wat ik ernstig betwijfelde.

***

Direct na onze laatste ontmoeting bracht Els haar juridische kanonnen in stelling tegen het adviesbureau dat mij via onze vriendin Kiki knollen voor citroenen had verkocht. Ze ging in verweer tegen het gerechtelijke betalingsbevel. Kondigde een schadeclaim aan en meldde de advocaat van de tegenpartij dat er een kort geding zat aan te komen. Intussen speelde ik de beminnelijke rol van iemand die de relaties het liefst heel wil houden, maar er niet geheel in slaagt z’n juridische pitbull in bedwang te houden.

Zoals afgesproken deed ik ze het op mijn vriendelijkst ingeklede aanbod om terug te gaan naar Af en de klus opnieuw, maar dan goed te klaren. Ze moesten daar wel heel lang over nadenken, maar uiteindelijk meldden ze me terug dat ze er geen heil in zagen. Kennelijk had hun advocaat ze ervan overtuigd dat ze zich juridisch erg kwetsbaar zouden maken als ze op mijn aanbod zouden ingaan.

Els en ik staken de vlag uit bij dit goede nieuws. In onze favoriete lunchgelegenheid vielen we elkaar opgewekt in de armen en wisselden we drie klinkende kussen. Terwijl zij de druk verder zou opvoeren was de afspraak dat ik eens voorzichtig zou vissen naar mogelijkheden voor een informeel gesprek over een minnelijke schikking. Voor het eerst dronken we er een goed glas wijn op. De zaken gingen in alle opzichten goed. Een paar keer kon ik maar net voorkomen dat ik haar hand zou vastpakken of een arm om haar heen zou slaan. Ik moest mezelf dwingen niet te hard van stapel te lopen.

Twee weken later was er nog meer reden voor een feestje. De tegenpartij was bereid de 25.000 euro te laten zitten als wij afzagen van verdere acties. In het overleg hierover had ik laten doorschemeren wel voor zo’n compromis te voelen.

Ook Els speelde haar rol en ze deed dat werkelijk fantastisch. Ze vroeg bedenktijd en ze gaf aan dat zij volop juridische mogelijkheden zag om de zaak helemaal te winnen. Als haar cliënt de tijd en het geld ervoor over had, zou haar advies zijn de tegenpartij in kort geding te dagvaarden en desnoods tot het bittere einde door te gaan met een bodemprocedure. De tegenpartij was zichbaar onder de indruk.

Ik zwaaide haar uitbundig lof toe. Om mijn feestje compleet te maken nam ik haar na onze lunch nog even mee naar kantoor om haar voor te stellen aan mijn baas. Ik liet Els de stand van zaken kort uiteenzetten. Het was weer een genot haar aan het werk te zien. Binnen vijf minuten had ze hem geheel aan haar voeten. Het verhaal zou vast en zeker in de directiekamers gaan rondzingen. De dagen van onze huisadvocaat zijn geteld, stelde ik met voldoening vast.

Er ging nog een dikke maand overheen, maar uiteindelijk behaalden we een bijna complete overwinning. Els en ik werden uitgenodigd in de wekelijkse directievergadering om ons verhaal te vertellen. De heren waren impressed, zowel over de zaak als over het meisje. Ik maakte van de gelegenheid gebruik  te wijzen op de beoordelingsfouten van onze huisadvocaat en mijn mening te ventileren dat we toe waren aan een wisseling van de wacht.

Terug in mijn kamer omhelsden we elkaar nog eens en ik nodigde haar uit voor een etentje om het succes te vieren. Ze ging er zonder aarzeling op in, ook toen ik een dag voorstelde waarop ik wist dat ze al met een vriendje had afgesproken.

Het werd een geweldige avond. Els was op haar mooist en ik zag er ook niet verkeerd uit, al zeg ik het zelf. Het eten was lang en lekker, de bediening discreet en de sfeer intiem. We praatten honderduit over van alles en nog wat. We ontdekten veel gemeenschappelijks, maar ook voldoende verschillen van opvatting voor pittige discussies. En Els vroeg me het hemd van het lijf over vroeger, over mijn leven nu en over mijn ideeën over van alles en nog wat. Daar ging ik nog grif op in ook. Ik bleef mezelf verbazen over mijn ontboezemingen.

– Ik heb me afgevraagd hoe het zou zijn met jou nu we zakelijk geen relatie meer hebben. Ik vond onze contacten altijd al heel plezierig, maar ik merk dat ik nu pas echt kan genieten van je gezelschap, waagde ik. Ik heb het heel erg naar mijn zin vanavond.

– Zo voel ik het ook, beaamde ze. Als je zoveel maanden zo intensief samenwerkt aan een moeilijke klus, leer je elkaar redelijk kennen. Er kunnen dan twee dingen gebeuren. Óf je merkt na de klus dat je elkaar verder niet zoveel te vertellen hebt, óf de klus blijkt je juist dichter bij elkaar te hebben gebracht.

Daar dronken we nog eens op. De hele avond had er al een prikkelende spanning tussen ons gehangen. Dat kwam natuurlijk door het wegvallen van alle zakelijke beslommeringen, maar de wijntjes begonnen hun uitwerking ook niet te missen. We werden steeds persoonlijker en raakten elkaar steeds vaker aan om onze woorden kracht bij te zetten. Ik pakte haar hand toen ze iets liefs zei en streelde haar arm. Onze knieën raakten elkaar een paar maal liefkozend onder tafel. Bij het nagerecht ging ik naast haar zitten en sloeg ik mijn arm om haar heen.

Na het eten konden we nog niet genoeg van elkaar krijgen. We verlieten het restaurant, liepen gearmd verder de stad, passeerden een gezellig ogend café en besloten tot een afzakker. Dicht tegen elkaar gedrukt bij de bar spoelden we ons drankje naar binnen terwijl we elkaar toeschreeuwden om boven het geroezemoes uit te komen.

Weer in de frisse buitenlucht sloegen we de armen om elkaar heen en togen we naar de volgende tent waarvan het gedruis ons aanstond. Er was daar een spontaan feest aan het losbarsten, waar we ons uitgelaten in stortten. In een woeste kluit wiegende kroeggangers swingden we om, naast en tegen elkaar voor zover de menigte ons daar nog enige ruimte voor liet. Het ene moment voelde ik haar stevige billen in mijn schoot wiebelen en het andere moment werd ze van voren zo tegen me aangedrukt dat onze bewegingen één werden en ik me heel erg bewust werd van haar borsten, buik en dijen. Ik meende zelfs de lichte druk van haar venusheuvel tegen mijn onderbuik te voelen.

Op haar beurt signaleerde zij mijn opwinding. Ze lachte haar tanden bloot en reageerde met golvende heupbewegingen. Ik plantte mijn rechterbeen tussen haar dijen, waardoor haar rokje tot halverwege opschoof. Haar ogen schitterden me toe, terwijl ze haar heupen heftiger liet wervelen. Kleine zweetdruppeltjes verschenen op haar voorhoofd toen mijn hand langs haar dijen omhoog gleed langs de strakke ronding van haar billen. Ze trok me nog dichter tegen zich aan en riep in mijn oor:

– Nu. Neem me mee hiervandaan.

We wankelden naar buiten. Onze handen woelden in elkaars kleren terwijl we hevig zoenend het steegje uit liepen. Op de Dagelijkse Groenmarkt rees het oude Haagse stadhuis voor ons op. Er was nu geen houden meer aan. Ik sleurde haar meer dan ik trok de paar treetjes van het bordes op, tilde haar over de balustrade en sprong er achter aan. Binnen de gedeeltelijke beschutting van het hekwerk rukten we elkaar de kleren van het onderlijf. Ik greep haar met de volle hand over haar tum waar ik mijn middelvinger liet binnenglijden.

Ze kermde toen ik haar een halve slag draaide, tegen de borstwering plantte en van achteren bij haar binnendrong. Ik zakte wat door mijn knieën om nog dieper te kunnen gaan. Greep met een hand de rand van de balustrade beet en sloeg de andere om haar buik. Gelijktijdig begonnen we te bewegen; eerst met woeste stoten maar gaandeweg met langzamer glijbewegingen. Ik voelde haar adem stokken voordat ze met heftige schokken klaarkwam. Binnenin haar trok alles zich nu zo krachtig om mijn pik samen dat mijn ontlading met geen man of macht meer was tegen te houden. Ik slaakte een serie kreten en viel stil tegen haar natrillende lijf.

We keerden ons naar elkaar toe. Ik streelde haar haren, sloeg een arm om haar heen en drukte haar zacht tegen me aan. Ze legde haar hoofd tegen mijn borst. Fluisterde wat onverstaanbare woorden. Ik trok haar hoofd aan haar haren achterover, gleed met mijn lippen omlaag naar haar mond.

Al zoenend merkte ik dat mijn pik zich weer begon op te richten. Ook haar adem ging sneller. Ik liet haar zitten op de balustraderand, zette me tussen haar gespreide benen en kwam opnieuw bij haar binnen. We neukten met langzame glijbewegingen terwijl onze handen elkaars lichamen aftastten. We keken elkaar intens aan en wisselden dat af met lange zoenen totdat zij zachtjes begon te sidderen en haar ogen wegdraaiden naar een verrukkelijk vergezicht. Ik vertraagde even, maar hervatte algauw het rustige tempo. Ze kwam nog drie keer klaar voordat ik er mijn tweede orgasme uit perste.

Langzaamaan werden we ons vanuit onze hoge, niet erg beschutte positie weer bewust van de buitenwereld. Licht beschaamd brachten we onze kleren weer op orde.  Klommen over de balustrade terug en keken elkaar besluiteloos aan.

– Dat was niet helemaal de bedoeling, mompelde ik, maar wel ontzettend lekker. Een retourtje hemel.

– Ik zit nog steeds een beetje op een wolk, zei ze met een vluchtige zoen en een aai over mijn bol. Ik wil met je mee naar je huis en je bed. Ik wil vannacht bij je blijven.

Ik probeerde nog de plaats van handeling naar haar appartement te verplaatsen, want ik brandde van verlangen om bij haar rond te neuzen. Maar ze was vastbesloten en bovendien was zij eerst, hield ze me voor.

Van slapen kwam niet veel die nacht. We nestelden ons in mijn waterbed waarin we elkaar ondanks de enorme afmetingen geregeld vonden. Tussen de vrijpartijen door waren hazenslaapjes alles wat eraf kon. Els maakte leuke pruttelgeluidjes in haar slaap. Ik betrapte me op de ongehoorde gedachte dat ik het misschien wel een hele tijd met haar zou kunnen uithouden op deze manier.

Els maakte bij de ochtendkoffie korte metten met die gedachte. Ze was al vroeg opgestaan, rommelde nieuwsgierig rond in mijn huis. Terug in bed met koffie en fruit ging ze recht op de man af:

– Oscar, dit is geweldig allemaal. Maar ik wil dat je weet dat ik geen type ben voor een vaste relatie. Na mijn scheiding heb ik mijn leven opnieuw op poten gezet. Ik wil me nooit meer binden aan een ander. Mijn werk is nummer één voor me en daarin wil ik de top halen. In de vrije tijd die ik overhou wil ik het naar m’n zin hebben. Geen gezeur, geen geruzie, geen claims, geen verplichtingen.

– Mijn wereld stort in, reageerde ik luchtig. Weet je wat? We houden het leuk. We verwachten verder niks van elkaar. En als we het niet meer leuk hebben, is het “doei”. Eens?

– Dat is precies wat ik bedoel, eikel. Alleen zeg ik het niet zo grof.

Ze dook bovenop me zwaaiend met een kussen waarmee ze me probeerde te smoren. Wat een verrukkelijk mens, dacht ik stiekem, overtuigd dat het allemaal zo’n vaart niet zou lopen.

***

Voorlopig was er ook geen vuiltje aan de lucht. We ontmoetten elkaar zo vaak als onze volle agenda’s het toelieten. Ik merkte op dat in de hare alle andere vriendjes werden weggezuiverd om plaats te maken voor onze dates.

Als we elkaar zagen, was het altijd vuurwerk. Zoals in nachtelijk Scheveningen, waar we met hitsige hoofden vanaf de verlichte boulevard naar beneden doken op het duistere strand om daar rollend door het zand de liefde te bedrijven, onverschillig voor de verlichte hoofden op de boulevard die misprijzend of geamuseerd onze verrichtingen volgden.

Of in dat chique restaurant, waar zij onder de tafel mijn hand tussen haar benen trok om me te laten voelen hoe vochtig ze was.

– Ik wil je. Nú, fluisterde ze.

– Ik jou ook. Maar hoe?

– Ik wacht op je. In de “dames”.

Ze was al weg. Ik volgde haar enkele minuten later. Ze trok me de wc-ruimte binnen en begon aan mijn broekriem te rukken. Ik pakte haar bij haar middel, tilde haar op de toiletpot, schortte haar rokje op, trok haar slipje omlaag en liet mijn tong bij haar binnenglijden. Ze begon te steunen. Ik voelde haar adem stokken toen ik haar mutsje zachtjes tussen mijn tanden nam. Ik liet het tempo van mijn tong versnellen en voelde dat haar bekken het ritme overnam. Met gesmoorde kreetjes kwam ze klaar.

Ik tilde haar weer omlaag, liet me zakken op de toiletbril en trok haar schrijlings op m’n schoot. Haar tum sloot zich om mijn pik. Tergend langzaam zette ze haar gespierde benen aan het werk. Met elke opgaande beweging gleed ik telkens nét niet uit haar en met elke neergaande beweging drong ik diep in haar door. Net toen ze begon te sidderen, sloeg een golf van genot door me heen. Even werd het zwart voor m’n ogen. Ik greep haar van achteren bij haar billen en rukte die op en neer. Haar orgasme perste een soort gejank uit haar keel.

Toen pas keken we elkaar voor het eerst aan. Eerst nog wat verdwaasd, maar al gauw met een wat onbehaaglijk besef van de plek waar we ons hadden laten gaan. Haastig brachten we onze kleren weer op orde en één voor één keerden we terug naar onze tafel. Het hoofdgerecht was inmiddels gearriveerd. Het was nog niet eens koud geworden.

Met enige regelmaat brachten we een nacht bij elkaar door. Het liefst was ik bij haar, in de tot penthouse omgebouwde zolderverdieping van een fraai herenhuis in het Haagse Statenkwartier die zij op de kop had getikt. Het was praktisch bij mij om de hoek, dus als ik wat spullen nodig had, waren die zó gehaald.

Als het even kon, kwam ik na zo’n wilde nacht in haar bed ‘s ochtends vroeg uit de veren en snuffelde ik wat rond terwijl het water voor de thee suisde. De zijkamer aan de straatkant had ze als werkkamer ingericht. Hier stond ook haar computer, waarvan ik de inhoud kende als m’n eigen broekzak. De bureauladen puilden uit van de paperassen. Op het bureau stond een bakje met recente post en een ander bakje met papierwerk waar ze nog wat mee moest. Ik bladerde altijd even door haar brieven. Daar zat nogal eens een hartenkreet tussen van een voorbij vriendje dat haar gauw weer eens wilde zien.

Soms moest ze heel vroeg op pad. Ik rekte dan mijn verblijf nog even met een kop koffie. Zodra ze haar hielen had gelicht doorzocht ik de klerenkasten in haar slaapkamer. Meest geïnteresseerd was ik in de uitpuilende laden met lingerie-items. Met graagte begroef ik mijn gezicht in de zachtheid van haar slips en strings; snoof ik de frisse geur op waarin ik door het parfum van het wasmiddel heen nog een zweem van haar eigen lucht meende te herkenen. Die typische eigen lucht van haar die zo overheersend opsteeg uit in de inhoud van haar wasmand.

***

Zonder het te beseffen beleefde ik mijn gelukkigste tijd; misschien wel de enige periode van echt geluk die ik ooit heb gekend in mijn leven. Maar goed ook, dat ik daar niet zo bij stil stond. Geluk is immers geen permanente gevoelstoestand, zoals ik maar al te goed wist. Het is per definitie iets tijdelijks – al was het alleen maar omdat zelfs de meest fantastische gevoelens na verloop van tijd gewoon worden en dan niet meer ervaren worden als geluk.

Het verval begon met Els’ nieuwe baan. Ze was er in geslaagd binnen te dringen in dat heilige der heiligen van de advocatuur: De Blaauw Gladstone Oosthoek, advocaten en notarissen te Den Haag.

Els was in de wolken – en ik mèt haar. Ik tracteerde haar op een etentje om het te vieren. Het werd een uitgelaten avond, gevolgd door wéér een heerlijke nacht in haar hemelbed.

Haar enthousiasme over de nieuwe baan kende geen grenzen. Het mijne werd zienderogen minder. Binnen enkele weken lieten haar werktijden haast geen ruimte meer over voor enig privéleven en de weinige vrije tijd die resteerde werd maar al te vaak geclaimd door spoedzaken of dossiers waar ze op kantoor niet aan toekwam.

Een afspraak met haar maken werd een soort schaakspel voor gevorderden. We moesten eindeloze zetten vooruitdenken en dan nog kwam er geregeld een patstelling uit de bus. Een nachtje samen doorbrengen was er al helemaal niet meer bij. ’s Avonds werd het altijd laat voor haar. De avonden en weekeinden moesten er dossiers worden doorgespit en ’s ochtends moest ze meestal voor dag en dauw op. Onze gezamenlijke uitjes werden schaarser en schaarser. Als het ervan kwam kon ze haar ogen dan nauwelijks openhouden. Ik slaagde er steeds minder in haar te amuseren en voor vrijen was ze meestal te moe. De stroom van nieuwsgierige vragen die ze altijd op me had afgevuurd, droogde op. En omdat ik alles al van haar wist werd onze conversatie er ook al niet boeiender op.

Een aha-gevoel bekroop me. Hoe vaak had ik dat al niet meegemaakt? Je ziet dingen gebeuren waarvan je uit ervaring weet dat ze de verkeerde kant op gaan, maar je zit zó gevangen in de hele situatie dat je onmachtig bent er iets aan te doen. In zo’n situatie waren wij ook terechtgekomen. Als je elkaar weinig meer ziet, zou je eigenlijk je stinkende best moeten doen om die schaarse gelegenheden extra leuk te houden. Maar wat gebeurt er in de praktijk? Voordat je er erg in hebt ben je de krappe, kostbare tijd samen aan het versjteren met gemiezemuis over problemen en andere narigheden.

– Zie je me nog een beetje zitten of is er een ander?

Ik haatte mezelf om m’n verongelijkte toontje dat ik toch niet kon vermijden.

– Doe me een lol, Oscar. Begin jij nou ook niet te zeuren. Ik heb al genoeg aan m’n hoofd.

– Dat is het juist. Er is in je hoofd geen plaats meer voor iets anders dan je werk. Zelfs als je niet aan het werk bent, kun je niet meer vrij genieten.

– Daar kies ik bewust voor. Voor deze baan heb ik lang genoeg geknokt. Ik ga er een groot succes van maken, Oscar, en dat is nu even het allerbelangrijkste voor me.

– Maar je moet ook aan mij denken. Ik ben gek op je. Ik wil je zien, dicht bij je zijn, je aanraken. Maar ‘k heb ’t gevoel dat je me juist aan het ontglippen bent.

Totaal verkeerde tekst, die het alleen maar erger kon maken, wist ik, maar blijkbaar was het sterker dan mezelf: lul die ik was.

– Oscar, je kunt twee dingen doen. Je kunt een beetje geduld en een beetje begrip proberen op te brengen. Of, als je dat niet klaarspeelt, kun je beter ophoepelen. Je stelt je aan als een kind dat zeurt om een ijsje. Ik heb hier geen zin in.

– Begrip moet van twee kanten komen, Els. Je zou je best eens wat meer in mij mogen verplaatsen. Zoals het nu gaat, heb ik er ook geen zin meer in.

Stom, stom. Met rooie koppen gingen we uit elkaar die avond. Het zou onze laatste worden.

Ik belde haar dagelijks om het bij te leggen. Op haar werk strandde ik op de telefoniste die de weinig benijdenswaardige taak had de hele dag op te nemen met de mondvol “Goedemorgen, De Blaauw Gladstone Oosthoek, advocaten en notarissen”. Nee, mevrouw Sevenster was niet bereikbaar; of ik met haar secretaresse doorverbonden wilde worden? Nou, niet dus, merkte ik, want bij die trut kwam ik geen steek verder. Thuis kreeg ik haar antwoordapparaat, waar ik verzoenende teksten insprak zonder er iets op terug te horen.

Toch kreeg ik Els nog wel te zien. Bij mij op kantoor namelijk, waar ze met de rugdekking van haar nieuwe werkgever bezig was de laatste horden te nemen van haar race om Fakta als klant binnen te halen. Ik zag haar geregeld bij mijn baas en bij andere directeuren opdraven. De deur van mijn kamer hield ik open omdat ik haar per se tegen het lijf wilde lopen. Als dat lukte, liep ze me met een korte groet voorbij.

Ik moest en zou haar spreken. Mijn hart sprong op toen ik een lege vrijdagavond in haar agenda ontdekte. Ik besloot tot een wanhoopsoffensief. Stuurde haar een e-mail met een uitgewogen tekst. Schreef dat ik spijt had van mijn horkerige gedrag en dat ik nu voldoende afstand had genomen van haar en van het gebeurde om de draad weer te kunnen oppakken op de vrijblijvende en plezierige manier van vroeger. Ik liet de tekst overlopen van begrip en verzekerde haar dat ze van mij geen geclaim en gezeur meer hoefde te verwachten. Stelde ten slotte een ontmoeting voor in haar geliefkoosde restaurant op de avond waarvan ik wist dat die nog openstond in haar agenda. Op haar antwoordapparaat sprak ik hetzelfde voorstel in met een verwijzing naar mijn e-mail en ik wachtte op de dingen die komen gingen.

Die lieten niet lang op zich wachten. Twee avonden later was de lege plek in haar agenda opgevuld. Niet met mijn naam, maar met die van mijn baas. Een eetafspraak, nota bene in onze favoriete tent. Haast stikkend van woede speurde ik in haar Outlook naar haar mailverkeer van de laatste dagen. In haar Inbox zat mijn mailtje – wel gelezen, maar nog niet beantwoord – en ook die van mijn baas waarin hij haar voorstelde de samenwerking te vieren met een etentje op de dag en de plaats van haar keuze. Hij ondertekende met “je Dick Buwalda”, de slijmerd. Zij had haar “Beste Dick” meteen geantwoord. Ze stelde dag en plek voor, schreef uit te zien naar een nadere kennismaking en sloot af met “Liefs, Els”.

Toen ik eindelijk haar antwoord binnenkreeg was dat met een mailtje van een heel andere toonzetting. We hadden het heel fijn gehad samen, maar ze herkende de symptomen. Van nu af aan kon het alleen maar minder worden. Daarom leek het haar beter nu de knoop door te hakken en elkaar niet meer te zien. Op mijn uitnodiging ging ze dus niet in. Ze wenste me het allerbeste, “Groeten, Els”.

Het kón niet over zijn. Ze had me nodig, dat wist ik zeker. Nu meer dan ooit, met “Beste Dick” op het oorlogspad. Ik zou haar beschermen. Vroeg of laat zou ze me daar dankbaar voor zijn.

Erg dankbaar was ze me niet toen ik haar etentje met Dick in de war stuurde. Ik had voor die avond ook een tafeltje gereserveerd. Mijn entree had ik zó getimed dat het net gezellig zou gaan worden tussen die twee. Op weg naar mijn tafeltje bleef ik ineens stokstijf staan. Met gespeelde verbazing riep ik uit:

– Nee, kijk nou. Dat is toevallig. Wat leuk jullie samen hier te treffen.

Hun verbazing was echt en van een opzichtige vreugdeloosheid. Ik liet me daar niet door afschrikken, trok een stoel bij en begon een gezellige boom op te zetten. Veel respons kreeg ik niet, maar ik hield vol tot ver voorbij Dicks ergernisgrens. Toen hij bijna ontplofte nam ik vrolijk afscheid om me naar mijn eigen tafel te begeven. De rest van de avond bleef ik doordringend hun kant op kijken, af ten toe bij oogcontact een vriendelijk gebaar of een welwillende glimlach producerend.

Hun etentje werd een totale mislukking. Over het mijne was ik tevreden. Tenslotte had ik haar voorlopig behoed voor avances van een notoire bedrieger die haar alleen maar ongelukkig kon maken. Els was zich daar natuurlijk nog niet van bewust.

– Ik wil dat je me met rust laat, siste ze me toe bij hun overhaaste vertrek.

En waarachtig verscheen er al gauw weer een avondafspraak met Dick in haar agenda. Ik besloot tot grof geschut. Nadat ik me ervan had verzekerd dat Dick op kantoor was, belde ik zijn vrouw thuis op. Met verdraaide stem stelde ik me voor als iemand die het niet langer kon aanzien dat haar man haar keer op keer bedroog. Ik noemde dag en plaats van zijn samenzijn met Els en raadde haar aan die avond met eigen ogen te komen kijken wat hij onder overwerk verstond. Wat zag die Dick er slecht uit, zeg, in de weken na mijn telefoontje.

In Els’ agenda kwam hij daarna niet meer voor. Maar rijp voor het klooster was ze allerminst, want er dook al weer een andere vent op, ene Henk. Hij had het flink te pakken van haar. De mailtjes die hij stuurde maakten op mij geen sympathieke indruk. Hij probeerde heel opzichtig bij haar in het gevlei te komen. Allemaal mooie praatjes, waarvan ik uit ervaring vreesde dat Els er wel gevoelig voor was.

Ik moest hier een stokje voor steken. Avond aan avond verwijderde ik voortaan zijn mailtjes in de hoop dat Els ze nog niet onder ogen had gekregen. Zo kwam ik er achter dat hij in het onderwijs werkte. In mijn hoofd begon een alarmbel te rinkelen. De combinatie van een Henk met een onderwijsachtergrond: waar was ik die meer tegengekomen? Opeens wist ik het. Moniek. Had die ook niet een geheimzinnige minnaar gehad die zo heette en in het onderwijs zat? Die haar zó ongelukkig had gemaakt dat ze er jaren later nog niet over kon praten?

Hoe langer ik erover nadacht, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat de vroegere kwelgeest van Moniek en de huidige belager van Els één en dezelfde persoon waren. Met lede ogen zag ik intussen aan dat Els en Henk steeds closer werden. Els moest worden gewaarschuwd voor die engerd. Maar mijn telefoontjes en mailtjes werden niet meer beantwoord.

Zo kwam ik op het idee haar via haar eigen computer een waarschuwing te sturen. Ik drong haar computer binnen, opende haar Word-programma en tikte déze boodschap:

Lieve Els,

Jij wilt me niet meer zien en ik ga niet proberen je tot andere gedachten te brengen. Weet dat mijn gevoelens voor jou onveranderd zijn en dat ik alles zal doen om je voor onheil te behoeden. Daarom waarschuw ik je voor de man met wie je sinds kort omgaat. Die Henk is niet te vertrouwen. Hij heeft al menige vrouw beschadigd en voor haar leven ongelukkig gemaakt.

Ik weet dat je denkt dat ik bevooroordeeld ben – en dat ben ik natuurlijk ook. Daarom hoef je mij niet op mijn woord te geloven. Vraag je Henk maar eens goed door over de relatie die hij heeft gehad met Moniek Kortenbosch en kijk eens hoe hij daarop reageert. Confronteer hem gerust met het feit dat hij een emotioneel wrak van haar heeft gemaakt.

Mocht je meer willen weten dan kan ik je eventueel aan adres en telefoonnummer van Moniek helpen. Maar ik wacht daar nu nog even mee, omdat ik Moniek als het even kan het verdriet niet wil aandoen van een nieuwe confrontatie met een traumatisch stukje verleden.

Liefs, voor altijd,

Je Oscar

Nadat ik de tekst had voltooid, gaf ik opdracht tot afdrukken. Ik kreeg de melding op m’n scherm en ik wist dat mijn briefje op hetzelfde moment uit haar eigen printer rolde.

***

Wát een klus heb ik op m’n nek genomen toen ik zwoer dat ik Els zou beschermen! Een dagtaak heb ik eraan. Maar beloofd is beloofd. Ondanks alle tegenwerking probeer ik zo vaak mogelijk in haar straat te patrouilleren. Ongewenste bezoekers spreek ik aan of neem ik te grazen als ze niet willen horen. Zoals ik dat een paar keer met die Henk heb gedaan. Tegenwoordig, met dat straatverbod, moet ik erg uitkijken. Die wijkagent is een kwaje. Als hij me ziet, zit ik zó weer een halve dag op het bureau. Gelukkig kan ik vanaf mijn dak haar huis ook redelijk in de gaten houden.

Dat ik haar netwerk niet meer in kom, is een grotere handicap. De nieuwe beveiliging is niet te kraken, zeggen ze. Maar het móét. Mijn drang om dicht bij haar te zijn is zó sterk en dit is de enige manier. Ik ben geduldig en ik heb alle tijd…

© Wim van Campen/mei-juni 2006